Drie stormen in één week: Dudley, Eunice en Franklin denderen voorbij

Share this:
  • twitter icon
  • facebook icon
23 februari 2022

De afgelopen week beheerste het onstuimige weer een belangrijk deel van het nieuws. Drie stormen die binnen een week onze omgeving passeren, dat is tamelijk bijzonder. Na dagen van wind en schade blikken we terug op het bijzondere weerbeeld, onder andere met metingen van de KNVWS weerstations die actief zijn bij enkele sterrenwachten.

Woensdagavond 16 februari kon het KNMI de windwaarschuwingen nog onder code geel plaatsen toen storm Dudley over het land trok. Vrijdag 18 februari bleken er zwaardere signalen nodig. Storm Eunice had voldoende potentie om grote schade aan te richten en het openbare leven te ontwrichten. De code oranje die een dag eerder al was uitgegeven, werd omgezet naar een weeralarm, code rood. Toen de zware storm voorbij was, werd duidelijk dat er naast aanzienlijke materiële schade ook vier mensen waren verongelukt door omvallende bomen. Maar rust was er in de atmosfeer nog allerminst. Zondagochtend verscheen een nieuwe stormnaam op de weerkaarten. Storm Franklin zou de windmeters ’s avonds opnieuw op hol brengen. Voldoende reden voor het KNMI om vroegtijdig code oranje af te kondigen.

Het Weeralarm van het KNMI zoals het vrijdag 18 februari om 14.30u. in kleurencode werd aangegeven. Bron: KNMI.

Straalstroom is gangmaker

De oorzaak van al dit ruige weer is snel te vinden. De laatste weken is in de hogere luchtlagen een zeer krachtige straalstroom (jetstream) te vinden. Die straalstroom is voor te stellen als een relatief smalle, maar duizenden kilometers lange band met zeer hoge windsnelheden op een hoogte van 7 tot 12 kilometer boven de grond. Het is een snelstromende ‘lucht’rivier die ontstaat wanneer zich aan weerszijden verschillende luchtsoorten bevinden met sterke verschillen in temperatuur. Dicht bij het aardoppervlak vinden we het zogenaamde polaire front dat de luchtsoorten scheidt. Koude lucht uit de poolstreken stroomt langs Groenland zuidwaarts, terwijl relatief warme lucht uit de subtropen met krachtige zuidwestelijke stromingen naar Europa wordt gestuwd. De scheiding tussen die twee luchtsoorten is voortdurend aan het bewegen. Een kleine rimpel in die frontale zone kan soms heel snel uitgroeien tot een nieuw lagedrukgebied. De voorwaarde om een stormdepressie te ontwikkelen, wordt door de positie van de straalstroom bepaald. De snelheid waarmee de lucht binnen de straalstroom verplaatst kan oplopen tot vele honderden kilometers per uur. Op 16 februari werd ten westen van Ierland op 10 a 11 kilometer hoogte een snelheid van 335 km/uur gemeten, zondagochtend bijna 400 km/uur. De straalstroom fungeert op dat moment als een enorme schoorsteen. Lucht kan op grote schaal omhoog worden getransporteerd, waardoor aan de grond de luchtdruk zal dalen. De aanvankelijk kleine depressie diept dan in korte tijd snel uit.

Drielingstorm

Wanneer de jetstream eenmaal goed is ontwikkeld, kan zich meerdere malen achter elkaar een snel uitdiepend lagedrukgebied vormen. In het verleden zien we dat ook terug. De tijd tussen twee opeenvolgende stormdepressies bedraagt vaak niet meer dan 2 dagen. In de jaren ’50 van de vorige eeuw signaleerde KNMI-onderzoeker Peter Rijkoort dit herhalingseffect al. De stormen die zo kort na elkaar worden gevormd, kunnen ‘tweelingstormen’ worden genoemd. Enkele voorbeelden vinden we in december 1954 en eind december 1999. Tussen 16 en 25 november 1928 was er zelfs sprake van drie stormen, waarbij de term drielingstorm goed paste. Met Dudley, Eunice en Franklin beleefden we nu opnieuw zo’n bijzondere situatie.

Op de afbeelding zien we de 3 stormen die tussen 16 en 21 februari onze omgeving passeerden. De foto’s zijn samengesteld door verschillende golflengten (kanalen) waarin de Meteosat 11 weersatelliet naar de atmosfeer ‘kijkt’ te combineren. Dit samengestelde plaatje wordt in meteojargon het “airmassprodukt” genoemd. De diverse kleuren in dit product geven de meteoroloog aanwijzingen waar, nabij het aardoppervlak, de zwaarste windeffecten (zeer zware windstoten) bij depressies op kunnen treden. De gebieden met oranjebruine tint worden daarbij extra scherp in de gaten gehouden. Bron: KNMI-Eumetsat.

Hoogeveen 132 km/uur

Kijken we terug naar de windsnelheden van afgelopen vrijdag, dan valt op dat tot ver in het binnenland erg hoge windstoten zijn waargenomen. In afbeelding hieronder zien we bijvoorbeeld dat op vliegveld Hoogeveen de wind uitschoot tot 132 km/uur. Het vorige record met een uitschieter van 117 km/uur tijdens de zeer zware storm van 25 januari 1990, werd daardoor nu een heel stuk scherper gesteld. Slechts enkele plaatsen noteerden nog hogere vlagen. Op de KNMI meetmast in het Utrechtse Cabauw en op de dijk Enkhuizen-Lelystad werden stoten van 145 km/uur opgetekend. Ook de gemiddelde wind aan de kust en boven het IJsselmeer was hoog. Regelmatig werden in het binnenland 10-minuten gemiddelde windsnelheden van kracht 8 tot 9 bereikt, aan de kust 10 Beaufort en op Vlieland en de Houtribdijk zelfs even windkracht 11 (afbeelding hieronder). Officieel wordt voor de stormklassificering echter een uurgemiddelde wind gehanteerd. Die bleef bij Eunice steken op windkracht 10, zware storm.

De hoogste windsnelheden (10 minutengemiddelde en uitschieters) die tijdens de passage van zware storm Eunice op 18 februari 2022 werden gemeten op de KNMI stations. Bron: Weerplaza.

Frank Kroonenberg

Zondagochtend 20 februari werd door de Ierse weerdienst officieel de zesde stormnaam van het seizoen 2021/2022 benoemd, Franklin. Samen met het KNMI en de Britse meteorologische dienst wordt ieder jaar een namenlijst opgesteld, waarbij iedere weerdienst een aantal namen inbrengt. Het KNMI had deze keer ook de naam Franklin voorgesteld, als eerbetoon aan de in 2021 overleden oud- KNMI-meteoroloog Frank(lin) Kroonenberg. Kroonenberg is vele jaren bezig geweest om in Europees verband de waarschuwingssystematiek voor gevaarlijk weer te verbeteren. De kleurcodes en het geven van namen aan stormen, waren zijn grote aandachtspunten. Slechts kort na zijn pensionering overleed hij aan een slopende ziekte. Ik heb Frank meer dan 40 jaar als collega in de weerdienst meegemaakt. Groot was de verslagenheid door het overlijden van deze zeer geliefde collega. Een ding is zeker. Nu er een echte storm naar hem is genoemd, zou hij dat prachtig hebben gevonden. Het stormseizoen is nog niet voorbij. Wie weet hoe ver we nog komen in de lijst van stormnamen 2021-2022.

KNVWS weerstations meten de wind

In Nederland is een wijd vertakt netwerk van weerstations aanwezig. Het KNMI beheert de professionele automatische waarneemstations. Daarnaast zijn er veel particuliere weerstations die gerund worden door enthousiaste mensen met het weer als hobby. Ook binnen de KNVWS zijn er een aantal aangesloten lidorganisaties die een weerstation beheren. De gegevens van die stations worden op de website van de Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie (VWK) geplaatst, waar aangesloten leden ze kunnen bekijken. De drie stormen zijn fraai terug te vinden in de metingen. Hierna ziet u registraties van drie van de KNVWS-weerstations, te weten Volkssterrenwacht Copernicus te Overveen (Noord Holland), Sterrenwacht Gooi & Vechtstreek te ’s Graveland (Noord Holland), Volkssterrenwacht Bussloo in Voorst (Gelderland). In de grafieken zien we naast de windrichting, de gemiddelde windsnelheid per 10 minuten, en de hoogste uitschieters. Wilt u meer weten over dit weerwaarnemingsnetwerk, kijk dan eens op de website van de VWK: www.vwkweb.nl.

De grafieken van drie KNVWS weerstations die fraai het verloop van de drie stormen weergeven. Klik op de afbeelding om te vergroten. Bron: Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie.

Nog meer over de stormen

Meer informatie over de stormen die de afgelopen februariweek passeerden is te vinden op de KNMI-website: https://www.knmi.nl/over-het-knmi/nieuws/drielingstorm-dudley-eunice-en-franklin. Ook op andere websites is nog meer te lezen over de drie stormen, zoals op die van Weerplaza: https://www.weerplaza.nl/weerinhetnieuws/zes-stormdagen-op-rij-een-nieuw-record/7539/


Jacob Kuiper is oud-KNMI luchtvaartmeteoroloog en bestuurslid van de KNVWS. Hij geeft publiekslezingen over het weer en schrijft artikelen met meteorologie, sterrenkunde en ruimtevaart als achtergrond.