Licht dat breekt, maar straalt: twee prijswinnaars op de KNVWS-Astrodag 2025

Share this:
  • twitter icon
  • facebook icon
13 november 2025

Tijdens de Astrodag 2025 in Nijmegen kwamen bijna honderd weer- en sterrenkundeliefhebbers samen voor een dag vol lezingen, ontmoetingen en de uitreiking van twee KNVWS-prijzen.

De lucht boven Nijmegen was helder op zaterdag 8 november – een passend decor voor een dag die in het teken stond van licht in al zijn verschijningsvormen. Bijna honderd enthousiaste liefhebbers van sterrenkunde en weerkunde kwamen samen op de campus van de Radboud Universiteit voor de Astrodag 2025, georganiseerd door Centaurus A, de Nijmeegse afdeling van de KNVWS.

De Astrodag is al ruim tachtig jaar hét ontmoetingspunt voor actieve amateurs, onderzoekers en nieuwsgierigen. De dag bood opnieuw een rijk programma van lezingen, demonstraties en ontmoetingen – van zonnespectra tot sterbedekkingen, van radiowaarnemingen tot moderne AI-hulpmiddelen.

Dagvoorzitter Peter Willems opende de bijeenkomst, waarna KNVWS-voorzitter Lucas Ellerbroek in zijn welkomstwoord het belang onderstreepte van de amateurwetenschap in Nederland, en het grote reservoir aan kennis en kunde dat in de zaal aanwezig was. De sfeer was meteen gemoedelijk: mensen die elkaar al jaren kennen, naast nieuwe gezichten die zich voor het eerst in deze wereld onderdompelden.

De ochtend begon met twee technische hoogtepunten: Yigal Herstein gaf een update over de restauratie van de historische Zeiss-Coudé-telescoop van Volkssterrenwacht Halley, gevolgd door Ton Spaninks, die liet zien hoe met de compacte Sol’Ex-spectrograaf zonnewaarnemingen op hoog niveau mogelijk zijn.

Waargenomen of voor waar aangenomen?

Daarna volgde de eerste feestelijke mijlpaal van de dag: de uitreiking van de Dr. J. van der Biltprijs 2025 aan beeldend kunstenaar en chroniqueur Peter Paul Hattinga Verschure, dé expert van optische verschijnselen in Nederland. Toen het KNMI eind jaren zestig stopte met hun registratie, zette hij die traditie voort met een eigen meldpunt, waarmee hij een uniek archief opbouwde van halo’s, bijzonnetjes en lichtzuilen.

Voor de Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie (VWK) schrijft hij al meer dan vijftig jaar de rubriek Optische Verschijnselen in De Weerspiegel, en hij publiceerde in Hemel en Dampkring, Zenit en Het Weer Magazine. Zijn werk vormt een brug tussen wetenschap en verbeelding.

In zijn boek Optische Verschijnselen in Nederland (2023) legt hij helder uit hoe licht breekt, weerkaatst en verstrooid wordt – en hoe dat zich vertaalt in halo’s, bijzonnetjes, luchtspiegelingen en lichtzuilen. Met dezelfde aandacht observeert hij zijn stad Deventer, die hij als “stadstekenaar” vastlegt in veranderend licht en tijd.

Zijn prijslezing, getiteld Waargenomen of voor waar aangenomen?, ging over de dunne grens tussen observatie en interpretatie. Hij toonde tekeningen van waarnemers die fenomenen met potlood en kleur hadden vastgelegd. “Alles wat wij zien,” zei hij, “is een interpretatie van het licht dat binnenkomt – en daar de vastlegging van.” Gelukkig, glimlachte hij, zaten er weinig UFO’s tussen. Hattinga Verschure verwees naar Marcel Minnaert, wiens Natuurkunde van ’t vrije veld hem leerde “de kunst van het kijken”. Hij leerde dat een waarneming pas betekenis krijgt als je begrijpt wat je ziet.

De KNVWS kende hem de Van der Biltprijs 2025 toe “voor het meer dan vijftig jaar registreren en publiceren van optische verschijnselen in Nederland, en het op zeer diverse wijze onder de aandacht brengen van hun ontstaan bij een breed publiek – Een uitmuntend kenner van licht dat spiegelt of breekt in druppel en kristal.”

Klik, deel en like de nacht.

De tweede laureaat, Bowen Cameron (23), ontving de Hugo van Woerdenprijs. Cameron vertegenwoordigt een andere vorm van waarnemen: de kunst van de astrofotografie. Hij studeert Earth Sciences aan de UvA na een bachelor Sterrenkunde in Leiden. Zijn interesses liggen op het snijvlak van planetaire wetenschap, remote sensing en ruimteverkenning. Tijdens een stage bij EuroMoonMars werkte hij mee aan een CubeSat-project voor analyse van het maanoppervlak.

Bij een groeiend publiek is hij bekend als astrofotograaf. Onder zijn alias @bojay_stellar deelt hij op Instagram beelden van nevels, sterrenvelden en melkwegarmen, gemaakt met opmerkelijke technische finesse. Zijn werk leverde hem niet alleen 7000 volgers op, maar ook internationale erkenning met een NASA Astronomy Picture of the Day (APOD) – een droom voor menig astrofotograaf.

Binnen de commissie was kort discussie: Camerons werk speelt zich vooral online af, buiten de traditionele verenigingsstructuur. Maar juist dat, zo concludeerde men, belichaamt de toekomst die de KNVWS wil omarmen. De vereniging werd in 1901 opgericht om wetenschap toegankelijk te maken voor iedereen; Bowen doet dat met de middelen van zijn tijd – sociale media, camera’s en open kennisdeling.

De KNVWS prijst Cameron omdat hij zijn publiek niet alleen wil verbazen, maar ook onderwijzen. Ellerbroek: “Bowen is als een goochelaar die zijn trucs uitlegt. Hij vertelt precies hoe elke foto tot stand komt – camera, belichting, nabewerking – en maakt de sterrenhemel zo toegankelijk voor iedereen. Hij is een gulle deler van zijn verwondering, en dat is bewonderenswaardig.”

In zijn lezing voegde Bowen de daad bij het woord. Hij nam het publiek mee van zijn eerste opnames in de achtertuin tot geavanceerde deep-sky-projecten. Ervaren astrofotografen keken ademloos toe; af en toe klonk een fluistering: “Dit lukt mij nooit.” Na afloop verzamelde zich een kring van bewonderaars om hem heen, in levendige technische discussie – een spontane demonstratie van de verbinding tussen jong en oud, precies waar de Van Woerdenprijs voor bedoeld is.

De KNVWS kende Bowen Cameron de Hugo van Woerdenprijs 2025 toe “voor het met creatieve en toegankelijke astrofotografie inspireren van jongeren om zelf de sterrenhemel te verkennen, en voor het op vernieuwende wijze dichter bij het publiek brengen van de sterrenkunde via moderne kanalen vol kennis, techniek, schoonheid en enthousiasme. Een bevlogen verbeelder van het licht dat ons uit het heelal tegemoet straalt.”

Een stralende middag

De middag stond verder in het teken van waarneming en techniek. Eduard Mol sprak over radiowaarnemingen van sterrenstelsels, Adri Gerritsen over kunstmatige intelligentie als hulp bij observaties, en Henk Bril presenteerde de resultaten van een jaar sterbedekkingen. Mario Pinto sloot af met een inspirerende lezing over simulaties en beeldvorming van sterrenlicht.

De zaal bleef tot het einde goed gevuld; het enthousiasme was voelbaar. De groepsfoto bij de Foucault-slinger – een inmiddels geliefde traditie – vormde het passende slot van een dag vol verwondering, kennis en ontmoeting.