De zonsverduistering van 11 augustus 1999

Share this:
  • twitter icon
  • facebook icon
14 september 2022

Van alle astronomische gebeurtenissen die in het laatste decennium van de vorige eeuw plaatsvonden, roept de zonsverduistering van 11 augustus 1999 bij heel veel mensen nog steeds bijzondere herinneringen op. In deze editie van de decenniumreeks neemt Jacob Kuiper je niet alleen mee naar de eclips zelf, maar ook naar de effecten ervan op de natuur die uitgebreid zijn onderzocht.

Midden overdag trok de schaduw van de maan over Europa en Azië. In een ruim 100 kilometer brede zone was de zon totaal verduisterd, in Roemenië het langst: 2 minuten en 23 seconden. De totaliteitszone begon net ten zuiden van New Foundland. Het eclipspad strekte zich oostwaarts uit en raakte voor het eerst land in Zuidwest-Engeland. Daarna zou de zon in een groot aantal Europese landen even aan het oog onttrokken worden. De maanschaduw passeerde na Turkije nog Iran en Pakistan om ten oosten van India te eindigen. Daardoor konden honderden miljoenen mensen het natuurverschijnsel observeren. In West-Europa gooide het weer echter vaak  roet in het astronomische eten. Op veel plaatsen hing bewolking en vielen er soms zelfs forse buien. Het zuidoostelijke deel van Europa had veel betere weercondities. Zelf had ik een ploeg van Radio 1 toegezegd om met hen de eclips ergens in de buurt van Luxemburg te bekijken en een live-radiouitzending van commentaar te voorzien.

De satellietfoto van 11 augustus 1999, 1030 UTC. De kernschaduw van de maan ligt precies boven West-Europa. (Eumetsat/ESA/KNMI)

Kader | En de boer, hij ploegde voort

Uiterste spanning op die gedenkwaardige woensdag. Zal het lukken of gaat het fout? Twee kostbare minuten om dat onvergetelijke gezicht van die gitzwarte zon te zien. Vijf dagen van tevoren had ik de totaliteitszone opgezocht. Luxemburg-stad was de uitvalsbasis. Als het weer tegen zou zitten, dan gaf oost- of westwaarts verkassen wellicht een kans op betere waarnemingsomstandigheden. Zou het nodig zijn? Ja, het was nodig! Een dik wolkendek is die woensdagochtend de grote spelbreker in Zuid-Luxemburg. Naar het westen is de kans op wat opklaringen iets groter. Het beste is om via de péage vanaf Metz richting Reims te rijden. Vlak achter me volgt de satellietwagen van Radio 1. Dat mijn ouders, die ik koste wat kost het schouwspel wilde laten meemaken, op hun hoge leeftijd nog met een dergelijke uitwijkactie te maken zouden krijgen, hadden ze zelf waarschijnlijk ook niet verwacht.

In de buurt van Verdun pakt het weer nog slechter uit met enkele zware buien. Verder westwaarts is het weer droog. Het is half twaalf als we stoppen bij een vliegveldje, ten oosten van Reims. De zonsverduistering is al aan de gang. Af en toe een glimp tussen de dikke wolken door. De ‘hap’ uit de zon wordt geleidelijk groter. Het landschap hult zich geleidelijk in een vreemde tint. De tinten veranderen en het wordt kil. Het Radio 1-team heeft de satellietverbinding met Hilversum binnen een kwartier gereed. Op de zender horen we enthousiaste kreten uit Cornwall. Onder een wolkendek valt daar plotseling de duisternis overdag. Binnen een kwartier zal het ook hier zo zijn, met zicht op de zon? We weten het niet. Nog steeds veel wolken en maar enkele spaarzame opklaringen. De spanning stijgt. Helder branden nu de straatlantaarns.

Op de helling van een heuvel ploegt een boer het pas gemaaide korenveld. Tussen de wolken zien we een ragfijne, lichtende sikkel. Dan gaat het snel. Voor mezelf opnieuw die ervaring alsof iemand aan een enorme dimmer draait om de sterkste lichtbron die we kennen, uit te zetten. Duisternis overspoelt de omgeving. Dwars door de dunne wolken heen zien we die gitzwarte bol. De prachtige corona en een immense hoeveelheid rozerode kraaltjes aan de rand van de bol: de protuberansen. Wat een schouwspel! De hemel is diep paarsblauw en verderop nog donkerder bij de wolken. Aan de horizon zien we een oranjegelige gloed, het licht dat nog doordringt van buiten de totaliteitszone. Mijn vader staat op uit zijn stoel, verbaasd om zich heen kijkend. De mensen van Radio 1 zijn ook beduusd van die ongelofelijke sfeer. De indrukken gaan rechtstreeks vanaf dat parkeerterreintje de zender op. Eén minuut, 1 minuut 30, 1 minuut 50, 1 minuut 55. Een schitterende lichtdiamant maakt plotseling een eind aan het fantastische schouwspel. De betovering is verbroken. Kon het maar langer duren. De kleine zonnesikkel wordt snel groter. Nog geen 2 minuten is hij te zien of een dikke wolk onttrekt hem weer aan het gezicht.

Wij hebben alle geluk van de wereld gehad. Op de gezichten nog steeds de verwondering, maar vooral die blijheid: “We hebben het gezien!” Met zijn allen. En die boer op de heuvel? We weten het niet zeker. Eén ding hadden we wel gezien, ook in het duister ploegde hij voort.

Ten oosten van Reims werd voor het Radio 1-journaal live verslag gedaan door journalist Johan Dibbets. Op het parkeerterrein bij Vliegveld Reims-Prunay zagen mijn ouders de eerste totale zonsverduistering in hun leven. (foto Jacob Kuiper)

Flora en fauna reageren

In de aanloop naar de zonsverduistering had ik een oproep gedaan om het gedrag van flora en fauna tijdens de eclips te bekijken. Sommige planten reageren snel op vermindering van de hoeveelheid zonlicht, ook op plaatsen waar geen totale eclips is te zien. Dieren gedragen zich in de totaliteitszone vaak opmerkelijk. Ook in Nederland, waar de maximale bedekking van de zon varieerde van 89 procent in Noordoost-Groningen tot 96 procent in Maastricht, werd het gedrag van dieren gevolgd. Twee deelnemers aan het waarneemprogramma, Piet Ververgaert en Fleur Doesborgh, kwamen regelmatig in het gebied van de landgoederen van Rhijnauwen tussen Utrecht en Bunnik. Op eclipsdag week het gedrag van de koeien flink af van hun ’normale’ doen. Ververgaert: “Normaal lagen de 30 beesten rond het middaguur rustig te herkauwen in het weiland. Nu begon, 45 minuten voor het maximum van de gedeeltelijke eclips, een aantal koeien richting de boerderij te lopen. Om 12.35 uur, net na het maximum, hadden alle koeien zich verzameld in de hoek waar de boer ze ’s avonds altijd ophaalde voor het melken. Om 14 uur waren alle koeien weer verspreid in de wei en liepen rustig te grazen alsof er niets was gebeurd.” Door de mix van wolken en opklaringen zorgde de gedeeltelijke eclips in Nederland niet voor een spectaculaire ’schemeringssituatie’. Toch hadden de koebeesten blijkbaar duidelijk gemerkt dat er iets aan de hand was. Alle waarnemingen, meer dan 100, zijn uiteindelijk gebundeld in een KNMI-publicatie.

Eclipsweermeetproject

Naast het observeren van gedrag van flora en fauna werden ook temperatuurmetingen uitgevoerd. Het is een bekend gegeven dat de luchttemperatuur tijdens een zonneclips flink kan reageren door de afnemende hoeveelheid zonnestraling. Op de KNMI-website had ik een meetopstelling beschreven waarmee de temperatuureffecten vastgelegd konden worden. Het Stedelijk Gymnasium in ‘s-Hertogenbosch had de meetopstelling nauwkeurig nagebouwd. Op diverse hoogten boven het maaiveld was een thermometer opgesteld. De sensoren registreerden tijdens de eclips een temperatuurdaling van ruim 4 graden Celsius.

De metingen van het Stedelijk Gymnasium in ‘s-Hertogenbosch rond de zonsverduistering op 11 augustus 1999.

De zonsverduistering in 1999 kreeg enorme aandacht in de media. Hij viel precies in de vakantietijd waardoor mensen er zich goed op konden voorbereiden. Het weer werkte vaak tegen, maar dat weerhield velen er niet van om op pad te gaan naar de totaliteitszone. Het heeft er vast aan bijgedragen dat astronomie bij veel mensen een bijzonder plekje heeft gekregen. Wanneer je nu iemand vraagt waar hij was op die bijzondere dag, dan weet men dat vaak nog haarfijn.

De dag na de eclips berichtten de media op hun voorpagina’s uitgebreid over de zonsverduistering. (De Telegraaf, 12 augustus 1999)

Terugblik op twaalf decennia onder hemel en dampkringOp 1 september 1901 werd de Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde (NVWS) opgericht vanuit het idee dat wetenschap toegankelijk moest zijn voor iedereen. In 2021 bestaat de vereniging (inmiddels ‘Koninklijk’) 120 jaar en het is daarmee de oudste populair-wetenschappelijke vereniging in Nederland. Om stil te staan bij deze mijlpaal verschijnt er elke maand een ‘long read’ van bestuurslid Jacob Kuiper, met een terugblik op een markant weer- en/of sterrenkundig verschijnsel uit dat decennium. Deze artikelen worden ook in het maandblad Zenit gepubliceerd, hét maandelijkse magazine voor weer- en sterrenkunde (neem met KNVWS-korting een half jaar het magazine op proef).